De hypotheekschulden van Nederlandse huishoudens groeien door de gestegen huizenprijzen. Mede daardoor is de Nederlandse economie uit evenwicht. Ook is in sommige stadscentra een nieuwe zeepbel in de maak.
Dat schrijft de Europese Commissie op 22 februari in haar jaarlijkse analyse van de sterke en zwakke punten van de Europese economieën. Net als in eerdere jaren dringt Brussel aan op aanpak van de hypotheekrenteaftrek en hervorming van het pensioenstelsel. Als daar meer werk van wordt gemaakt, zou de Nederlandse economie beter in balans kunnen komen. Een positief gevolg van de waardestijging van woningen is dat minder huizenbezitters ‘onder water’ staan, noteert de commissie.
Ook waarschuwt Brussel in het rapport voor een nieuwe zeepbel. De markt trekt zo snel aan en de woningprijzen in sommige stadscentra stijgen zo snel dat woningkopers zich opnieuw te zwaar in de schulden steken. Omdat de particuliere schulden in Nederland al twee keer zo hoog zijn als het gemiddelde in de eurozone, houdt dat economische risico’s in.
De Nederlandse particuliere hypotheekschuld bedraagt ongeveer 665 miljard euro. In Nederland dringen DNB, AFM en de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid aan op verlaging van de hypotheekschuld. De afgebouwde beleningsgraad van 100 procent in 2018 is volgens deze instellingen nog veel te hoog en een gevaar voor de financiële stabiliteit. In geval van een (onvermijdelijke) nieuwe woningcrisis staan nieuwe kopers namelijk onmiddellijk onder water.
Ook over de arbeidsmarkt is Brussel bezorgd. Hoewel de werkloosheid afneemt, zijn er nog altijd signalen dat de nieuwe banen voor een groot deel bestaan uit tijdelijke contracten. En de verbetering van toegang van zzp’ers tot de sociale zekerheid is nog onvoldoende van de grond gekomen. De commissie constateert verder dat de investeringen in onder meer onderzoek en ontwikkeling achterblijven. Pluspunten zijn de ‘robuuste’ economische groei, het dalende begrotingstekort en de relatief lage overheidsschuld.
De Europese Commissie publiceerde rapporten over alle 28 EU-landen, behalve Griekenland. Naast de Nederlandse economie zijn ook die van Duitsland, Ierland, Spanje, Slovenië en Zweden uit balans. De Duitse regering wordt gemaand meer te gaan investeren. Van zes andere landen is de economie in ‘buitensporige’ mate uit evenwicht, te weten Frankrijk, Italië, Portugal, Bulgarije Kroatië en Cyprus.
Bron: Vastgoedmarkt.nl