De stad is voor veel gezinnen geen ideale vestigingsplaats. Dat blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Gezinnen verhuizen vaak als de kinderen nog niet naar school gaan, vooral als ze in een van de vier grote steden wonen. Van de stellen die in 2012 een eerste kind kregen buiten de vier grote steden, verhuisde 14 procent binnen vier jaar naar een andere gemeente. Het vertrek uit de grote steden was twee tot drie keer zo hoog.
Van de jonge gezinnen in Amsterdam was 40 procent binnen vier jaar na de geboorte van het eerste kind verhuisd naar een andere gemeente, vaak in de buurt van de stad. Uit Utrecht vertrok 34 procent van de jonge gezinnen, uit Rotterdam 28 procent en uit Den Haag 27 procent.
Bij het hogere vertrekpercentage uit Amsterdam speelt mee dat stellen in deze stad vaker dan in de drie andere steden in een huurwoning wonen als het eerste kind wordt geboren. Huishoudens met een huurwoning zijn over het algemeen mobieler dan huishoudens met een koopwoning. Toch verhuizen Amsterdamse jonge gezinnen met een koopwoning ook vaker naar een andere gemeente dan jonge gezinnen met een koopwoning uit Rotterdam, Den Haag en Utrecht.
Jonge gezinnen met een huishoudinkomen behorend tot de hoogste 20 procent verhuisden vaker dan gemiddeld. Dat geldt landelijk, maar ook weer sterker in de grote steden. Zo verruilde iets meer dan de helft van de jonge Amsterdamse gezinnen met een hoog inkomen de grote stad voor een andere gemeente. Van de gezinnen die niet tot de hoogste 20 procent behoren, vertrok minder dan een derde.
Gezinnen met een migratieachtergrond verlaten de stad minder vaak nadat zij een eerste kind gekregen hebben. Van de gezinnen zonder migratieachtergrond die in 2012 in Amsterdam een eerste kind kregen, was eind 2016 bijna de helft vertrokken naar een andere gemeente. Bij jonge gezinnen van Surinaamse of Antilliaanse herkomst was dit minder dan 30 procent. Gezinnen van Marokkaanse of Turkse herkomst verlieten met 13 en 15 procent aanzienlijk minder vaak de stad. Deze verschillen tussen herkomstgroepen gelden ook in Rotterdam, Den Haag en Utrecht.
Ook als rekening gehouden wordt met het inkomen, huur- of koopwoning, aantal kinderen en leeftijd blijkt dat gezinnen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse herkomst minder vaak verhuizen naar een kleinere gemeente dan stellen zonder migratieachtergrond.
Bron: Vastgoedmarkt.nl